Luc Vandromme

acties

Categorie: roman Page 1 of 3

‘Interview met een multigetalenteerd man waar ik een bijzonder ontzag voor voel.’ (Alexander Olbrechts)

Dag Luc, ik heb “Tussen de dagen” gelezen, je nieuwste roman. Je wist me met dit boek mateloos te boeien! Voldoende voer voor een interview. Mocht het ondenkbare bewaarheid worden en er lezers zijn die Luc Vandromme niet kennen, kun je ons wat meer over die man vertellen?

1 Belg, geboren in Kortrijk – 62 jaar – 1m69 – 1 echtgenote – 3 dochters – 1OOman – gemiddelde lichaamstemperatuur 37,1°C – 10.000 volt – 40 jaar Oostende Oh la la la – 1OOden jazzstandards, chansons, popsongs en bluesnummers om te zingen – 1 pasta a day – ontelbare verftubes en canvasdoeken – 8 romans – 24 uren op een dag – steeds groter wordend voorhoofd – 70 kilometer perfecte fietsafstand – 0 tot 1 glas alcohol – 1200 kilometer tot Navarra – 1 kleindochter om verliefd op te zijn – 1 liefhebber van de kievit – 3 koppen koffie per dag – 1 pas un star – het 7-uur journaal – 90 minuten schrijfconcentratie – 100dagen projecten sinds 1997 – slechts 1 leven – 2 goede handen, behalve waar het elektriciteit, motoren, sanitair, houtverbindingen en mechanische mini-onderdelen betreft – 1 tot 3 flitsen bij het fotograferen – 1 huis tussen de velden – 1 geen hoed – 1 piano voor slechts 10 vingers – 1 nog in leven zijnde moeder – 1 Gmin7 – 1000 en meer bloemen rondom – 10.000 stappen onder de wolken – 1 ‘fijn, inspirerend, vertrouwenwekkend, enthousiasmerend, behulpzaam en vooral nederig’ karakter (het zal wel zijn) – 1 dankbare persoon voor alles wat op het pad komt

Als ik me niet vergis is Tussen de dagen reeds je achtste roman. Hoe ga je te werk om je romans te schrijven? Waar haal jij je inspiratie vandaan?

Ik vergelijk het schrijven van een boek graag met het creëren van een kunstwerk. Het is een langdurig proces (gemiddeld drie jaar) waarbij ik ‘methodes’ zoek om mezelf te blijven uitdagen. Ik zoek open en onvoorspelbare systemen die mijn verwondering en mijn goesting prikkelen. Zo bracht ik voor ‘Omwille van de soort’vijftien personen bijeen en liet ik ze vrij brainstormen over de vraag hoe het leven in 2222 er zal uitzien. Ik gebruikte enkel de door hen aangebrachte ideeën om het boek te schrijven. Voor ‘Niets verlaat de tijd’ verplichtte ik mezelf om mijn honderd oudste herinneringen op te schrijven. Daarnaast interviewde ik mijn vader en reed ik hem naar de voor hem belangrijkste plaatsen uit zijn leven. Ik verzamelde familieportretten en noteerde de verhalen die in de familie de ronde deden. Voor ‘Tussen de dagen’ wou ik een echte jazzimprovisatie maken.

Vooraf maak ik nooit schema’s. Nooit weet ik waar een boek me naartoe zal leiden. Ik heb geleerd om te vertrouwen.

Ik probeer telkens een ander boek te schrijven. Ik wil graag de lezer verrassen. Ik hou van de vraag: ‘Wat heb je nu weer geschreven?’

Ik heb het geluk dat ik geen rituelen nodig heb. Eigenlijk kan ik overal schrijven: thuis, op café, op een bank in de stad… Ik kan me gemakkelijk mentaal afsluiten. Schrijven ervaar ik als: ‘het eten van een gebakje’.

Een boek moet snel en filmisch zijn. Wringen en wrijven. Onaf waardoor de lezer verplicht wordt mee te denken. Een eenvoudige taal. Een weldoordachte stijl. Toeslaan en laten beklijven.

Ik zou Tussen de dagen durven bestempelen als een geslaagde mix van historische roman en literaire thriller. Ben je het eens met deze stempel, met dit hokje waarin ik je boek probeer te plaatsen? In het A-verhaal reizen we naar de zestiende eeuw en de prikkelen van de Rooms-Katholieke Kerk, terwijl we in het B-verhaal in het hoofd zitten van Mauro een leerkracht met een getormenteerd verleden. Kun je wat meer vertellen over het ontstaan van dit boek?

Aha, Alexander, ik hoor je graag aangeven dat het boek een mix is van een historische roman en een literaire thriller. Ik vind het een mooie ‘stempel’. In ‘Tussen de dagen’ probeerde ik niet aan één vast genre te denken. Ik wou alles uitproberen, zonder mezelf een beperking op te leggen.

Wat Tussen de tijd bijzonder anders maakt, is dat de roman opgebouwd is uit twee afwisselende delen die op het eerste zicht weinig met elkaar te maken hebben. Elk deel ontwikkelt zich op een eigen manier. Met een eigen taal en met een eigen beeldende kracht. Ik wou beide in een slotakkoord laten oplossen.

Ik stelde me als doel om jazz te schrijven. Componeren zoals jazzmuzikanten improviseren. Ze kiezen een thema, een toonaard en een ritme. De rest is ’laten ontstaan’. Improviseren is fun. Ik begon dit boek met het schrijven van de eerste zin, zonder te weten wat de tweede en de volgende zouden zijn. Zonder een bepaalde structuur in mijn hoofd. Zonder vooraf verhaallijnen en personages te bepalen. Wel wist ik dat de gregoriaanse kalender het basisthema zou vormen.

Ik kreeg dit thema van mijn oudste dochter. Op een dag verraste ze me met: ‘Wist je dat men in 1582 tien dagen uit de kalender schrapte? Na 4 oktober werd het 15 oktober.’Hoe konden ineens tien dagen uit de tijd worden weggeknipt? Waar waren die dagen naartoe? Waarom had men dit besloten?

Veel jazzstandards zijn opgebouwd volgens een ABA-structuur. Het thema wordt afgewisseld met een “bridge”. Dit B-gedeelte heeft een ander karakter. Soms een andere toonaard. Het ontwikkelt op eigen wijze en lost uiteindelijk weer op in het thema.

Ik wou iets dergelijks. Een structuur die uit A’s en B’s bestond en die elkaar volgens een bepaald ritme opvolgden. Een ritme dat telkens uit ongeveer tien A4-pagina’s bestond. Tien bladzijden A werden gevolgd door tien bladzijden B.

Beide delen moesten een ander karakter hebben. Toch moesten ze freewheelen rond hetzelfde thema: de tijd. Voor de A-delen koos ik een tegenwoordige tijd. Een dagelijks leven dat voortkabbelt zonder dat het strak is gecomponeerd. Zoals het dagelijkse leven is. Ik ervaar daar geen groot plan achter. Het kabbelt maar.

Voor de B-delen wou ik een andere tijd. Een verleden tijd. Een eeuw waar ik zo goed als niets over wist en die leidde tot het schrappen van de tien kalenderdagen.

Zoals in een jazzcompositie staan de delen los van elkaar. Zonder naar elkaar toe te groeien, tenzij in een slotakkoord.’

Tussen de dagen is niet enkel een filosofische queeste naar het belang van de tijd en hoe we ons als mens daar tegenover positioneren. We hebben een heden, verleden en toekomst. Wat betekenen die in werkelijkheid? En wat betekent het om voor de duur van een mensenleven op aarde te zijn?

Daarnaast is het een psychologische zoektocht. Hoe gaan we als persoon om met onze persoonlijke trauma’s, onze behoeften en ambities? En welke invloed heeft dat op de personen rondom ons?

Ik wou een boek dat leest als een thriller. Spannend en filmisch tot de laatste alinea.

Je schrijft over een periode van meer dan 400 jaar geleden. Sommige personages hebben zelfs echt bestaan. Hoe doe jij je research voor deze verhalen? Hoever mag de fictie de realiteit overtreffen in de historische delen?

Ik hou van de research rond een boek. Ik dompel me graag onder. Voor ‘Tussen de dagen’ trok ik naar Napels en Rome. Ik liet de zestiende eeuw tot mij komen in boeken, schilderijen, films, kookboeken, verhalen enz. Voor de research neem ik graag tijd. Ik wil dat de historische feiten kloppen. Eenmaal ik een voldoende beeld heb, laat ik het onderzoek zo goed als los. Dan neemt mijn fantasie het over. Een roman is geen historisch naslagwerk.

Mauro is een leerkracht net als jij? Is dit toeval, of niet? Heb je wat autobiografische kenmerken in Mauro gestopt?

Tussen de dagen is geen autobiografisch portret. Maar een schrijver kan zich nooit helemaal wegstoppen. Zoals ik hierboven schreef, is het boek een improvisatie. Een improvisatie is nooit helemaal los van degene die creëert. Het is eerder toevallig dat Mauro een leerkracht is. Of toch niet? Hoe de roman zich ontplooit, is louter fictie. Gelukkig is mijn dagelijkse leven net iets ‘normaler’.

Ben je momenteel al aan je negende roman bezig? Zo ja, kun je voor ons een tipje van de sluier oplichten?

Schrijven is een continu proces. Het is iets wat ik altijd doe. Terwijl het ene boek naar een eindfase en naar de publicatie evolueert, ben ik steeds al bezig met een nieuw werk. Ik licht niet graag tipjes van de sluier omdat het ontstaan van een boek iets ‘breekbaars’ is. Misschien kan ik meegeven dat het boek zich afspeelt in 2042. In België. Of wat daarvan rest.

Zoals ik in een eerdere vraag zei: Tussen de dagen heeft wat weg van een literaire thriller. Zou je ooit overwegen om een ander spectrum van het schrijven te verkennen, door bijvoorbeeld volop voor een ander genre te gaan? Of is de literaire roman ruim voldoende om al je creativiteit op los te laten?

Zoals ik al zei, denk ik niet in genres. Ik houd het graag open. Eigenlijk kan alles. Zelfs theater of filmscript. Ik schreef al voor kinderen, maakte poëzie en kortverhalen. Bij mij werkt het creëren het best wanneer ik een volledige vrijheid voel. Beperkingen beknotten alleen maar.

Hoe kunnen lezers een gesigneerd exemplaar van je boek bemachtigen?

Het leukste is wanneer we elkaar in levende lijve ontmoeten. Tijdens boekenbeurzen, lezingen of ontmoetingen. Verder wil ik nog graag toevoegen dat ik het enorm waardeer als lezers op Hebban of Goodreads het boek een score geven om het zo een extra duwtje in de rug te bezorgen.

Verder kan ik persoonlijk een gesigneerd opsturen. Ik ben te bereiken op facebook, Instagram en op lucvandromme.be Een berichtje volstaat.

Speeddate:

Koffie of thee: 3 koppen koffie per dag of mijn haar staat nog meer recht. Recent ontdekte ik de rijkdom van de theesoorten. Ik evolueer.

Kat of hond: We hebben een kat. Ooit werd ik gebeten door een hond en heel erg toegetakeld.

Winter of zomer: Warmte graag. En het zinderen van de zon.

Aardappelen of pasta: Pasta! Elke dag!

Buitenmens of binnenmens: Ik ben gemaakt voor ‘onder de wolken en tussen de velden’. Met het ouder worden ontdek ik een wandeltalent.

Standalone of serie (boeken): Telkens graag iets nieuw.

Paperback of e-book: Ik heb geen echte voorkeur. Een e-book laat gemakkelijk reizen toe.

Schrijven of lezen: Schrijven is een gebakje eten. Lezen ook, maar zonder het toetje.

Favoriet lettertype: Dat heb ik niet echt. Elk boek, elk verhaal, heeft wat mij betreft een eigen uiterlijk.

Favoriet schrijfmoment: Ik ben op mijn best vroeg in de ochtend. Dan heb ik de meest heldere ideeën. Meestal start ik om 7u30.

‘Tussen de dagen’ op Klara.

Bedankt Ampersand om de roman en de muziek eruit zoveel aandacht te schenken. Woensdag 17 april 2024. Te herbeluisteren.

Tussen de dagen.

Tussen de dagen

WERVELENDE NIEUWE ROMAN LUC VANDROMME

Tussen de dagen, de wervelende nieuwe roman van Luc Vandromme, ziet zaterdag 24 februari 2024 het levenslicht. Deze achtste roman (de derde bij de Nederlandse uitgever Godijn Publishing)is onvoorspelbaar, nieuw. Zoals een kunstwerk hoort te zijn.

Tussen de dagen

Tussen de dagen is opgebouwd uit twee verhaallijnen die in eerste instantie weinig met elkaar te maken lijken te hebben. Elke verhaallijn ontwikkelt zich op een eigen manier. Met een eigen taal en een eigen beeldende kracht. Het boek leest als een jamsessie van jazzmuzikanten.

De eerste verhaallijn speelt zich af in het Italië van 1560, de tweede in het België van 2010. Hoe hangen de gebeurtenissen in het verleden samen met het heden en de toekomst? Wat is het effect dat de bedreiging van wetenschappelijke ontdekkingen op de Katholieke Kerk in de zestiende eeuw op het leven van Mauro in 2010? Luc Vandromme houdt het tot het einde spannend hoe en waar de verhaallijnen bij elkaar komen.

Tussen de dagen is een meesterlijke vertelling over de grote vraagstukken: leven, liefde, macht en dood. Het is een roes die beroert en beklijft.    

Luc Vandromme

Luc Vandromme is een verhalenverteller bij uitstek. Alles draait om de verrassing, de snelheid en de prikkeling van de vertelling. Er wordt vaak beweerd dat het oeuvre van een schrijver draait om een of twee thema’s, dat geldt niet voor Luc Vandromme. Zijn fantasie stuurt hem en de lezer naar alle hoeken van de wereld en van de verbeelding.

Behalve schrijver is Luc Vandromme pedagoog, beeldend kunstenaar en jazz-zanger.

Tussen de dagen

Mijn nieuwe roman verschijnt op 24 februari bij Uitgeverij Godijn Publishing.

Het boek is te verkrijgen in elke (web)boekhandel.

Elders literair bespreekt ‘Niets verlaat de tijd’

Elders bespreekt

Niets verlaat de tijd

van Luc Vandromme

B O E K B E S P R E K I N G

Luc Vandromme, Niets verlaat de tijd

Luc Vandromme, Niets verlaat de tijd
2022, Godijn Publishing, 595 p., € 29,99

Wat is dat toch met die tijd?
Dit jaar is het vierhonderd jaar geleden dat Ferdinand Verbiest (1623–1688) in het West-Vlaamse Pittem geboren werd. Dat wordt daar natuurlijk gevierd. Hij was jezuïet en werd in 1659 als missionaris naar China gestuurd. Hij kwam aan het Chinese hof terecht en werd zelfs mandarijn. Hij was bijzonder creatief. Zo ontwierp hij er de eerste stoomauto en een thermometer. Maar hij zorgde er ook voor dat de Chinese kalender veranderd werd. Dat gebeurde op basis van zijn sterrenkundige waarnemingen. Hij keek dus als het ware op een andere manier naar de tijd. Laat dat, zoveel jaren later, nou ook iets zijn wat Pittemnaar Luc Vandromme (1961) doet. Hij is net zo’n creatieve geest. Hij is jazz-zanger, beeldend kunstenaar en schrijver, maar geen jezuïet.

Vandromme ziet die verschillende kunstdisciplines als een geheel, waarbij de meeste aandacht uitgaat naar het schrijven. ‘Daarin vinden zijn verbeelding en zijn “stem” hun diepste uitdrukking’, staat te lezen op de achterflap van Niets verlaat de tijd, zijn laatste roman, een vuistdikke familiekroniek, waarin tijd een essentiële rol speelt. De auteur vraagt zich af wie hij eigenlijk is, waar zijn roots liggen en hoe het komt dat hij is zoals hij is. Welke sporen zijn er bij zijn voorouders terug te vinden? De roman wordt daarmee een queeste met als doel grip te krijgen op de tijd en op herinneringen om zo tot inzicht te komen. ‘Tijd fascineert me. Een net zo fascinerende gedachte is dat nu het gevolg is van vroeger. Hoe steken het leven, de aarde en het heelal in elkaar? Hoe merkwaardig is het dan dat gebeurtenissen uit het verleden het menselijk gedrag bepalen. Hoe merkwaardig is het dat zaken uit mijn jeugd mij als persoon nog steeds beïnvloeden. Blijkbaar heeft het geheugen een ontzaglijke kracht,’ zei hij in een interview.

Niets verlaat de tijd is een episch verhaal waarin het om meer gaat dan de negen monologen van de geportretteerde familieleden. De roman gaat onder meer over de werking van het geheugen. Je kunt daarbij beter spreken van postmemory. Er is immers een groot verschil tussen de herinnering aan wat gebeurd is en de herinnering zoals die verteld wordt. En hoe langer het geleden is dat iemand leefde, des te minder volledig zijn die herinneringen. Dan ga je feiten met fictie vermengen. Zo zie je dat de eerste drie delen van Niets verlaat de tijd geringer van omvang zijn, simpelweg omdat minder vaststaat en herinneringen verloren zijn gegaan. Door kunst te gebruiken kun je de tijd vervormen, je kunt hem vertragen of versnellen. Vandromme reist door de tijd heen, hij vindt het ervaren van de tijd belangrijker dan ‘de tijd van de klok’. ‘De ware tijd komt pas tot leven wanneer de klokken zwijgen’ (William Faulkner).

Ieder personage vertelt zijn verhaal vanuit het ik-perspectief. Daardoor word je meteen betrokken bij het verhaal. Vandromme schildert trefzeker hun leven, geeft de personages hun eigen stem, portretteert ze met hun eigenaardigheden, hun durf, ondernemerschap, laat hun kwetsbaarheid en emoties zien. Hij kijkt door hun ogen naar de wereld waarin zij leven. In feite maakt hij iconische schilderijen in woorden van zijn voorouders. Ze zijn gewone mensen. Dat is krachtig, want het vergroot de herkenbaarheid. Een andere laag die in het verhaal zit is dat je meegenomen wordt in de Europese geschiedenis en de invloed daarvan op het dagelijks leven. Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk in West-Vlaanderen af. Het zijn de familieanekdotes die het verhaal kleuren tegen de achtergrond van de geschiedenis (de Eerste en Tweede Wereldoorlog), Arbeitseinsatz, de Vlaamse Beweging met Joris Van Severen, het ‘dom houden’ van de Vlamingen, het standsverschil tussen arbeiders en boeren, stad en platteland, migratie, het keihard werken in de vlasteelt, de pogingen om vooruit te komen in het leven, de rol van het geloof (‘wat deed hun wierook tegen de kogels en kanonnen’), het fout zijn in de oorlog met alle consequenties voor een gezin, de frustratie van het op de rit hebben van je leven en dan door de beurskrach van 1929 weer alles kwijt te zijn. Altijd is er dat doorzettingsvermogen, familieleden die elkaar helpen, de flexibiliteit, je talent gebruiken om verder te komen. Vandromme laat zijn familieleden met de grote levensvragen worstelen. En die vragen zijn universeel, gelden voor iedereen: vragen over liefde, dood, huwelijk, kinderen krijgen, de familie, geluk, tegenslag, oorlog, werk, ambitie. Elk personage is een radertje in de tijd.

De auteur weet de spanning in zijn verhaal goed vast te houden, weet te ontroeren. De foto’s uit zijn familiearchief geven extra charme en diepte aan het boek. De taalliefhebbers komen ruimschoots aan hun trekken. Humor wordt ingezet om te relativeren. Vaak gebruikt hij de ‘drieslag’ (of een vierslag), een opsomming van drie (of vier) dingen om iets extra kracht bij te zetten en de tekst te versterken: ‘Mijn benen willen mee met mijn gedachten. Daar op straat. Rennen. Springen. Schoppen tegen wat los zit. Slaan met de deuren.’ Tegenstellingen zorgen ervoor dat beelden nog sterker worden. In een luttele zin kan hij een karakter neerzetten. En zijn taalgebruik is plastisch: ‘De herfst glibbert. De bladeren rillen aan hun takken en vallen bijzonder vroeg’ of: ‘ze schrijft zoals ze denkt, zonder punten en komma’s. Als een waterval van woorden die ontspringt en ineens stilvalt.’

Al die ik-figuren zijn in feite deeltjes van Luc Vandromme zelf: Niets verlaat de tijd immers. En daarmee is de queeste voltooid, of toch nog niet… want Vandromme is ook beeldend nog bezig met Niets verlaat de tijd. Hij maakt schilderijen waar je als het ware door een sluier naar het verleden kijkt en heeft iconische portretten gemaakt van zijn hoofdpersonages. Nu nog de muziek of het theater.

Boekbespreking door Jan Stoel

Niets verlaat de tijd. Elders literair

Omwille van de soort – boekpresentatie

Oud Zwembad, Oudenaardseweg 66, 8587 Spiere-Helkijn

Zondag 9 januari 15u-17u30

Omwille van de soort.

Op 11 december verschijnt mijn nieuwe roman ‘Omwille van de soort’ bij uitgeverij Godijn Publishing. Trots! 🙂

Omwille van de soort.

Page 1 of 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén